WAARDEREND ONDERZOEK

DE NEDERLANDSE WEBSITE OVER APPRECIATIVE INQUIRY

 

 

Start
Omhoog
Werkvormen
Achtergrond
Onderwijs
Links
Contact

 

De Tafelrede

De rede

De tafelrede is een werkvorm waarin de persoonlijke boodschap centraal staat. Zoals bij een diner ten bate van een speciale gelegenheid, bij een toast een kort toespraak wordt uitgesproken, ter ere van de gasten, de jubilaris, het bruidspaar, of eenvoudig vanwege het samenzijn.

De tafelrede heeft zowel een fysieke, een cognitieve als een emotionele component. Het is die combinatie die de tafelrede zo krachtig maakt:

-         Fysiek: voor het uitspreken van een tafelrede ga je staan, dat doe je om te beginnen om de aandacht op te eisen en jezelf in het centrum van de aandacht te zetten.
Het staan ondersteunt echter ook de tafelrede zelf: je gaat letterlijk ergens voor staan. Het staan is daarmee ook een essentiële component van de werkvorm: door te gaan staan druk je uit voor 100% achter je boodschap te staan;

-         Cognitief: de tafelrede is een rede, en die wordt dus opgebouwd door middel van een redenering: een logisch opgebouwd en overtuigend betoog;

-         Emotioneel: een tafelrede spreek je uit vanuit je hart, recht uit je hart!

 

 

 

Voor (werk)organisaties is de tafelrede een goede werkvorm waarmee in korte tijd iedere betrokkene een bijdrage kan leveren. Met deze bijdrage toon je je persoonlijke betrokkenheid bij het geheel, de gezamenlijke geschiedenis, de toekomst, het gezamenlijke, een concrete taak, etc. Hoewel er alleen persoonlijke boodschappen worden uitgesproken ontstaat er toch een gevoel van gezamenlijkheid.
De werkvorm werkt goed aan het begin van een vergadering over een thema waarbij verschillende visies een rol spelen. Door te starten met een ronde tafelredes heeft iedereen meteen zijn zegje kunnen doen, en z'n stokpaardjes kunnen bereiden, niet door het anderen op te leggen, maar door het bij zichzelf te houden, want dat is wat je doet bij een tafelrede: je spreekt voor jezelf. Juist door aan de start de ruimte te geven aan deze individuele standpunten, ontstaat er vervolgens in de groep ruimte om te zoeken naar de verbindingen en overeenkomsten.

 


Uiteraard dient een tafelrede kort en krachtig te zijn, en een kop (waar wil ik het over hebben), een romp (enige uitweidingen over het onderwerp) en een staart hebben: een krachtige afsluiting, waar trots en/of overtuigingskracht uit spreekt.

De toast

Een tafelrede gaat aan tafel gepaard met het uitbrengen van een toast (wie zich in Oost-Europa ooit serieus onder de lokale bevolking heeft begeven, kan er over mee praten: bij een gezamenlijke maaltijd kan volop getoast worden, waarbij serieus gesproken en serieus gedronken wordt, waarbij je als gast vaak het middelpunt bent, en dus wel mee moet met de toast, en dus de (doorgaans sterke) drank).

De toast sluit de rede af en is even belangrijk als de rede zelf: bij de toast nodig je het gezelschap uit om mee te toasten op het door jou gekozen thema, en je boodschap. Door mee te toasten accepteert het gezelschap deze boodschap. Dat wil niet zeggen dat iedereen het er mee eens moet zijn, maar wel dat het er ‘mag zijn’.

Aangezien het niet altijd geaccepteerd, en ook niet altijd wenselijk ik om (met alcohol) te toasten is er een geciviliseerd acceptabel alternatief: ontvang de rede met APPLAUS.

Naast het toasten of applaudisseren is er nog een belangrijke taak voor de toehoorders: luisteren. Tijdens de rede is het niet gepast om te reageren: luister, en accepteer. Heb je ook iets te zeggen? Ga er voor staan, en houdt je eigen rede. Sta daarbij voor jezelf (en dus niet tegenover de ander).

 Voorbeeld:

(Tafelrede uitgesproken bij een oriënterende bijeenkomst van de werkgroep van een hogeschool die zich voorbereid op het ontwikkelen van een Masteropleiding ‘leren en innoveren’, voor het onderwijs).

‘Ik heb bij de voorbereiding van deze rede zitten worstelen met het idee dat een master een bepaald ‘niveau’ moet hebben tot ik zal te lezen in een boekje Wil Derkse. Met dit boekje ‘Een levensregel voor beginners’ maakt Wil Derkse de Benedictijnse spiritualiteit toepasbaar voor het dagelijks leven. Dit boekje heeft mij geïnspireerd en ook bij deze worsteling bracht het mij uitkomst, ik citeer:

‘Bij Benedictus is er maar één niveau: het beginnersniveau, en is er slechts een langzaam tempo: dat van dag naar dag, waarin we oefenen met piece-meal spiritueel verbetermanagement.’

Denkend aan een master leren en innoveren is dat wat ik wil bereiken: het leren en innoveren  tot dagelijkse praktijk maken in het onderwijs. En dat is het mooie van onderwijs: iedereen is aan het leren. En iedereen die leert is, in datgene wat hij wil leren, een beginner, de docent die wil leren bijdragen aan onderwijsinnovatie evenzeer als zijn leerling die voor het eerst in zijn klas voor zijn vak komt.

Leren en innoveren dus als een stukje van het dagelijks werk van de docent. Dat betekent dat ik met een master leren en innoveren vooral zou willen bijdragen aan het ontwikkelen van de houding van docenten. Het ontwikkelen van een lerende en innoverende houding. Een houding die zich kenmerkt door bescheidenheid en ambitie. Bescheidenheid omdat we bij iedere keer dat we willen innoveren weer beginner zijn. Ambitieus omdat we weten dat we gezegend zijn met een gave die zo verschrikkelijk veel mogelijk maakt: het kunnen leren.’

 

Start | Werkvormen | Achtergrond | Onderwijs | Links | Contact

© De inhoud van deze website mag door iedereen gebruikt worden, veel plezier er mee!

Waarderen, dromen, definiëren en waarmaken!